Succesvolle familiebedrijven in het buitenland betrekken externe bestuurders

Van de ongeveer 270.000 Nederlandse familiebedrijven exporteert 60% naar het buitenland. Uit onderzoek naar deze organisaties blijkt dat bedrijven die expertise van buiten de familie betrekken doorgaans internationaal actiever zijn ten opzichte van concurrenten. Er kan dus geconcludeerd worden dat een externe bestuurder kan bijdragen aan het succes van een familiebedrijf in het buitenland.

Grenzen verleggen

Het Erasmus Centre for Family Business (ECFB), BDO Accountants & Adviseurs en de Rabobank hebben in het rapport: "Grenzen verleggen" gekeken naar de manier waarop familiebedrijven internationaliseren. Hieruit blijkt dat veel familiebedrijven doorgaans goed presteren in het buitenland. Zo heeft 59% van de familiebedrijven die internationaal opereren een dochteronderneming in het buitenland. Daarnaast boeken internationaal opererende familiebedrijven gemiddeld een brutomarge van 7,9% op hun omzet, terwijl familiebedrijven die in hun eigen land zaken doen op een percentage van 4,8% uitkomen. Familiebedrijven die naar het buitenland exporteren doen dit vaak omdat het meer groeikansen kan bieden en om het risico van bijvoorbeeld een nieuwe productlijn te spreiden.

Langdurige relatie

Een opvallende conclusie van het rapport is dat familiebedrijven in buurlanden tot drie procent beter presteren als de familie zelf de leiding houdt. Dit verandert wanneer het familiebedrijf zaken doet in landen die verder weg liggen. Daar presteert het bedrijf namelijk beter als een buitenstaander de leiding heeft, dit verschil is maar liefst 11% Het kan voor familiebedrijven die in het buitenland opereren dus erg nuttig zijn om een langdurige relatie aan te gaan met iemand van buiten de familie. Diegene kan bestuurder zijn of meedenken over de strategie.

Foto: Bigstock