Een taboe voor elke ondernemer: waarom het goed is om fouten te maken

Ondernemers die vanuit niets zijn begonnen en landelijke bekendheid weten te behalen. Startups die in een korte tijd een groot imperium hebben opgebouwd. Bedrijven die, ondanks flinke concurrentie, al jaren het grootste marktaandeel beheren binnen hun sector. Vaak lees je als ondernemer alle grote succesverhalen en kun je alleen maar wegdromen bij het idee ooit zelf zó succesvol te zijn. Maar het ondernemerschap kent ook een keerzijde. Verhalen van ondernemers waarbij het runnen van een eigen bedrijf lang niet altijd over rozen gaat, worden niet of nauwelijks gedeeld. Daar mag wel verandering in komen. Want als ondernemer ontkom je er bijna niet aan om fouten te maken. In dit artikel leggen we uit waarom het als ondernemer goed is om fouten te maken en geven we een voorbeeld van een bedrijf dat ook de mist in is gegaan.

Een taboe op fouten maken

Waarom krijgen wij Nederlanders blinde paniek wanneer we een fout maken? Volgens sociologen kenmerkt Nederland zich met een schuld- of taboecultuur waar falen vermeden of afgestraft dient te worden. Ook op de werkvloer. Fouten en falen worden volgens journalist Miloe van Beek gezien als het tegenovergestelde van succes, iets negatiefs. Dit is een belangrijke oorzaak van die taboecultuur en zorgt ervoor dat ondernemers bang zijn voor het maken van fouten en zich ervoor schamen wanneer het daadwerkelijk gebeurt.

Waarom fouten maken goed is

Volgens sociaal psycholoog Cathy van Dyck kan de manier waarop een bedrijf omgaat met het maken van fouten, bijdragen aan de prestaties van het bedrijf. Het voorkomen van fouten is voor veel bedrijven het uitgangspunt, maar daardoor leren ondernemers hooguit van fouten die ernstige gevolgen hebben. Vergelijkbare fouten zijn vaak al eerder opgetreden, zonder dat deze echte consequenties hadden en zonder dat ervan is geleerd. Uit het onderzoek van de sociaal psycholoog blijkt dat de foutencultuur die een bedrijf hanteert, 10% van de economische uitkomsten van de organisatie voorspelt. Lang verhaal kort: bedrijven die een open cultuur hanteren wat betreft fouten maken, presteren beter dan bedrijven die het maken van fouten proberen te onderdrukken.

Voorbeeld Youfone

CEO Valentijn Rensing richtte in 2008 Youfone op. Hij vond dat de mobiele abonnementsmarkt door grote spelers te ingewikkeld was geworden. De start beloofde veel, maar dat was alleen maar een illusie. Rensing maakte alle fouten die je als startup kon maken. Te hoge IT-kosten, weinig grip op stakeholders en veel onwetendheid. In 2010 vroeg Rensing zijn faillissement aan, waar ook nog veel meer bij kwam kijken dan gedacht. Toch zette hij door en kocht het bedrijf samen met zijn zakenpartner terug. Zijn geloof in het product maakte dat hij doorzette, waardoor er een doorstart van het bedrijf kon plaatsvinden. De CEO van Youfone heeft zijn lessen geleerd en gaat nu volgens een heel ander beleid te werk.

Bespreekbaar

Dit soort verhalen zouden volgens Miloe van Beek meer gedeeld moeten worden zodat ook de keerzijde van het ondernemen bespreekbaar wordt gemaakt. Daarom heeft de journalist een boek geschreven genaamd 'Yes! I screwed up', waarin fouten van ondernemers worden uitgelicht die het bedrijf juist beter hebben gemaakt. Dit kan ervoor zorgen dat ondernemers fouten maken minder gaan zien als iets waar ze zich voor moeten schamen.

Foto: Canva