Nederlands MKB krijgt minder vaak een lening van de bank dan andere mkb'ers in de eurozone

Nederlandse mkb'ers krijgen minder vaak een lening van de bank in vergelijking met mkb'ers in andere Europese landen. Dat blijkt uit recent onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Daarnaast vragen mkb'ers in Nederland gemiddeld minder vaak een lening aan bij Nederlandse banken. Desondanks vormen bankleningen voor het MKB nog steeds de belangrijkste bron van externe financiering. Hoe komt het dat het Nederlandse MKB minder vaak een banklening krijgt dan vergelijkbare bedrijven in andere Europese landen?

Laag concurrentieniveau banken

Het feit dat Nederlandse mkb'ers minder vaak een bancaire lening krijgen ligt volgens het CPB in ieder geval niet aan de financiële gezondheid van de bedrijven. Nederlandse bedrijven zijn namelijk winstgevender dan vergelijkbare bedrijven in andere landen en beschikken over een gemiddeld niveau aan eigen vermogen. Een mogelijke verklaring voor het afwijzen van bankleningen is dat er een laag concurrentieniveau is tussen Nederlandse banken. Nederland telt namelijk maar een beperkt aantal grote banken.

Leningen huizenmarkt aantrekkelijker

Een andere verklaring voor het niet verstrekken van bedrijfsleningen is dat het verstrekken van leningen op de koopmarkt aantrekkelijker is voor banken. Door fiscale subsidies krijgen banken voor leningen op de huizenmarkt een sterke bescherming bij terugbetalingsproblemen. Een lening verstrekken op de huizenmarkt zou daardoor minder risicovol zijn dan een lening aan een bedrijf.

Kredietverlening

Volgens MKB-Nederland blijft de bank onmisbaar voor kredietverlening aan het MKB. De regeling Borgstelling MKB-kredieten die door het kabinet in het leven is geroepen houdt de kredietverlening op gang. Met het borgstellingskrediet staat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor een deel garant voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar de financier zelf niet genoeg zekerheid kunnen bieden. Als mkb'ers bij de bank geen lening kunnen krijgen kunnen zij kiezen uit alternatieve aanbieders. Door de grote diversiteit in het ondernemerschap blijft het aantal alternatieve aanbieders zich gelukkig ontwikkelen.

Foto: Bigstock